donderdag, juli 22, 2010

De Muur

De Muur van Geraardsbergen is een helling en straat op de Oudenberg in de Belgische stad Geraardbergen. De Muur, ook gekend als de Muur-Kapelmuur, is een begrip als voorlaatste helling in de wielerwedstrijd de Ronde van Vlaanderen. Hoogteverschil 92 meter, lengte 1075 meter, gemiddelde stijging 9.2%, maximaal 19.8%. Op De Muur is menig wielerdroom ruw verstoord en heeft een enkeling getriomfeerd. In april 2010 Fabian Cancellara nog. Hij mag zich voortaan 'Flandrien' noemen. De Zwitserse krachtpatser rekende in de finale van de Ronde van Vlaanderen af met de Belgische topfavoriet Tom Boonen. Een tempoversnelling door Cancellara (al dan niet met hulpmotor..) op De Muur van Geraardsbergen was 'Tommeke' te gortig. Ik heb hier ook een Muur gevonden. In Montreal. Een klein, dorpje aan de voet van de Pyreneeën. Montreal, rijst op uit het dal van de Aude, met aan de ene kant Montagne Noir en aan de andere kant de uitlopers van het hooggebergte met Bois de las Mounjos (420m) de hoogste nabij gelegen top. Daarna gaat het - bij Montreal - stijl naar beneden. Tot ca 100m ter hoogte van het Canal du Midi. Vanuit ons vakantieadres in Cailhau loopt een landbouwweggetje dat slopend heuvel-op-heuvel- af naar Montreal loopt. Stijgingspercentages van 8% komen hier voor, met een enkele 10% kort voor Montreal. Daarna gaat het lekker bergaf. Tot aan Montreal. Daarna is het afgelopen met de pret. Montreal is in 2008 al eens de aankomstplaats geweest van een etappe in de Tour Feminin. En La Grande Boucle komt hier zo nu en dan langs. Voor het eerst in 1947. De 14 etappe van de 24e Tour de France en eerste na de Tweede wereldoorlog liep van Carcassone naar Luchon in de Pyreneeën. Meteen vanaf het begin nam de 21-jarige Fransman Albert Bourlon de leiding. en dat bleef zo. Hij reeds liefst 253 kilometer (dat waren nog eens lange etappes!) alleen op kop. Nadien is dat nimmer meer vertoond. Ook hij passeerde Montreal, zij het aan de noordzijde, een makkie dus, want daar is het slechts een procent of 4-5 gedurende een vele kilometers. Kennelijk heeft het er bij Albert flink ingehakt, want op zijn palmares prijkt alleen deze 14e etappe in de Tour de France naast het ereschavot van de klassieker Parijs-Bourges dat hij in hetzelfde jaar wist te bereiken. Daarna nooit meer wat van gehoord. Overigens leeft de solorijder Bourlon nog steeds, 94 inmiddels. In 1981 kwam De Tour weer in de buurt van Montreal. Echter hield de karavaan toen halt in Carcassone. jammer, want het ging op 29 juni 1981 om een ploegentijdrit die door de fameuze en onverslaanbare TI-Raleigh werd gewonnen. met deze winst werd Gerrie Knetemann voor de vierde opvolgende dag in het geel gehezen. Wat had ik graag in de wielsporen van deze legendarische wielrenner gereden! In 2006 notabene op Quartorze Juillet kwam het Peloton weer langs de heilige berg. het gaat om de 12 etappe van Luchon naar Carsonne, de omgekeerde route dus uit 1947. De etappe staat te boek als heuvelrit. ja, dan je de koekoek! Het peloton naderde De Berg vanuit het westen, tja en dat is weliswaar best een hele kluif, maar niets vergeleken met de route over de zuidzijde. Overigens won Jaroslav Popovitsj van Discovery Channel (de ploeg zonder Amstrong, want in 2006 gestopt) deze etappe. De Ronde in 2006 werd gewonnen door Floyd Landis, oud ploeggenoot van Armstrong en in 2006 rijdend voor Phonak), maar omdat hij na de 17e etappe positief testte op het gebruik van testosteron, en ook de contra-expertise positief was, werd hij geschrapt als winnaar en ging de eindzege naar de Spanjaard Oscar Pereiro. Floyd hakt inmiddels flink om zich heen en beschuldigt Lance Amstrong van dopinggebruik, meineed en wat al niet. Echt vrienden worden die twee niet meer. 2010. Zomer 2010. De hete zomer van 2010. Volgens de thermometer is het 34 graden in de schaduw. Ik voel mij opgesloten in een hogedrukpan. Zolang het bergaf gaat en de wind langs mijn kop waait gaat het wel. Maar de afdalingen worden op deze landbouwweg rap gevolgd door beklimmingen. Downhill haal ik de 46-48 km/uur. Lekker. Maar zodra het diepste punt van de afdaling is bereikt, gaat het meteen bergafwaarts met de snelheid, zo te zeggen. Schakelen. Buitenblad (50) naar middenblad (39), achter naar 15, 16, 17, 19, in rap tempo. Shit nog te zwaar. Staan! Dat gaat beter, maar niet voor lang. Binnenblad (30), 21 achter dat gaat goed. 8%. Ik ben nu al kapot. En De Muur komt nog! Afdaling. Buitenblad, meteen 15 achter, 13. De 12 krijg ik er niet eens op, we gaan alweer omhoog. Middenblad etc. Gelukkig komt aan alle pret ook hier gauw een eind en komt Montreal in zicht. Achter de heuvel, bij de splitsing naar Montclar. Alles begint hier met 'mont', heuvel op , heuvel af. Uitgeput bereik ik de top, schakel fluks groot voor en klein achter, want er volgt een afdaling van ca 2 kilometer. Kan ik mooi op adem komen, bij snelheden die tegen de 50km/uur gaan. Ik nader Montreal vanuit het zuiden. Hier is geen keuze, je moet wel omhoog, terug is ook geen optie meer. Bij de dorpsgrens begin ik aan de beklimming, een flauwe bocht naar rechts en daar is de hel. recht voor mij. Ik word gebraden, bij 14km/uur, 12, 10, 9,5...dit is het steilste deel denk ik. Ik heb nog één tandwiel over: de 25. Ik bewaar 'm want je weet maar nooit. Drinken. Shit, als ik drink raak ik buiten adem. Snel dus, slokje voor slokje. 8km/uur. Ik bevind me nu voor de bocht naar links, het dorp in. Het asfalt ruikt, plakt aan mijn banden, ik zit er met m'n neus bovenop, zie alleen asfalt, het lijkt wel of ik stil sta, of alles stil staat net een vertraagde film. Iemand zegt iets tegen mij, een boer voor zijn garage. Ik versta 'm niet. Ik wil wat terug zeggen, weet alleen niet wat, kan ook niks meer zeggen. Misschien waarschuwt hij mij wel, 'stop: daarachter begint de hel!' Of zoiets. Geen idee. Ik heb überhaupt geen idee, ik denk niet meer. Ik peddel. Gaan, gaan, gaan. Ik schakel naar de 25, m’n laatste. 30/25. 7km/uur. Als het nu langzamer gaat, val ik om. 16%. Gaan, gaan, gaan. Adem in en uit, uit. In en uit, uit. Hmm, ‘t gaat wat makkelijker nu. Staan! Nee, zittenblijven. Henk Lubberding heeft mij ooit geleerd om te gaan staan. Met een groot mes vóór. Doe het dan! Dat was op de Posbank, vergeleken met hier een makkie. Pffft De Posbank, stelt niks voor. Ga dan staan, man! Ik schakel middenblad en ga staan. ’t Werkt! Dit gaat stukken beter. Die masterclass van de Grote Meester Lubberding, die er in 1981 ook bij was hier in Montreal, heeft toch gewerkt. Gelukkig maar. Ik bereik een stukje valsplat en kan even op adem komen. Ik zie de laatste bocht. Links gaat naar het lokale kantoor van de Gendarmerie Nationale, dat loopt dood. Rechts is De Muur. 19%. Nog gauw een slokje, een galgenslokje. Ik laat de versnelling staan op 39/15 en schakel op naar 13, één tikje terug en ik ga staan. Ik sta en blijf staan. ik sta, sta, sta en ik zit. Binnenblad! Tak, tak, tak, de 21. Gered. 8km/uur, 7,5...'Alez, alez, alez!' Roept een lachende dorpsbewoner mij vanuit zijn vensterbank toe. Hij roept zijn vrouw erbij. Ik zie alleen nog asfalt, heb zweet in mijn ogen. Voel nu dat ik benen heb, scherpe messen snijden door mijn bovenbenen. Ik moet en ik zal. Adem in en uit, uit. Nog 50 meter. Trekken, trappen, halen, 30, 20, 10, 5, ik ben er! Ik heb het gehaald. Ik heb De Muur van Montreal genomen, te grazen genomen, geflikt, een poepie laten ruiken, ha! En ik ben kapot. Hartslag 160, mijn maximum. Uitgeput stop ik in de schaduw van een plataan, tegenover de boulangerie en hijg uit. De vrouw van de bakker, knikt vriendelijk. Ze kent mij inmiddels wel, van ieder ochtend cinq pain de campagne, croissants en pain de raisin. Pffui...zo, dat was een beste klim. Ik sta te trillen. Maar ik heb 't toch maar geflikt. Fluitend neem ik de afdaling aan de westzijde en dender met dikke 60km/uur over de D119 naar richting La Force. Dit pakt niemand mij meer af. Morgen weer!

maandag, juli 19, 2010

Riblon

Wat een prachtige dag was het gisteren. De etappe van Revel naar AX-3 Domaines. Precies door het gebied waar we op vakantie zijn. Aude. Dus vroeg op, want de wegen worden hier zonder pardon of excusez moi, afgesloten. Via een sneaky landweggetje kwamen we prima uit op de D12. Even voorbij Villefort en vóór St. Jean de Paracol. Een vriendelijke Gendarme was behulpzaam om zelfs nog een hek aan de kant te schuiven zodat de auto in de schaduw van een boom kon staan. Verder een handjevol Franse buurtbewoners, die er een grote picnic van maakten. Wij ook. Per slot waren we al om 1100 uur geïnstalleerd en de Karavaan zou pas om 1235 uur verschijnen en de eerste renners op z'n vroegst om 1405 uur. Natuurlijk de radio vergeten, zodat we het zonder Wereldomroep moesten stellen, maar gelukkig hadden we de GSM van Vincent nog, die juist dit weekeinde van KPN gratis Internet had aangeboden gekregen. Dus ta-ha-ha-haaa, Radio Tour de France, maar dat bleek een ringtone, want de uitzending begint pas om 1400 uur. Dus deden we ons tegoed aan de website. En dus wisten we dat er een kopgroepje was, en die had er flink de sokken in. De Karavaan was weer leuk, hoop hebbedingetjes gekregen die we thuis wel weer weggooien. Op één zeer fraai wielershirt van Caisse d'Eparange na, die houd ik natuurlijk. Snel nog even naar het thuisfront door geësemest waar we zo'n beetje staan ('naast een paar mensen met gele petjes...', enfin..) en het Grote Wachten begon. Persauto's, helikopters en fotografen verraadden dat de boel in aantocht was, en jawel hoor daar kwam het spul aan. Geen geluid. Je hoort die renners niet, alleen het getik van de derailleurs in die enorme ruimte. En weg zijn ze. Wie? Wie waren het? Geen Raborenner gezien, en daar kwamen we natuurlijk voor. Gesink op z'n minst. Of anders Menchov. Herkende ik Le Mevel? Ik zag het wit van Francaise des Jeux. Op het schermpje van mijn Canon werd ik niet veel wijzer. Maar wacht even nummer 89. Dat is Riblon. Wie? Riblon! In La Dépêche Du Midi staat Christophe Riblon te boek als Duitser! Op plaats 29 achter zijn kopman Le Mevel (die ik verleden jaar in het criterium van Quillan van nabij heb meegemaakt - zie de blog daarover). Maar Christophe is toch echt een Fransman, kennelijk in eigen land ook niet zo bekend! En nog een hele goeie klimmer ook en op kop van de eerste Pyreneeen-etappe. Dus, was de conclusie, die wordt straks wel bijgehaald door Gesink. Want die had slechts 8 minuten achterstand. Zo bleek, want daar kwam hij al aan. Ik zie 'm door mijn telelens. Snel een foto en daarna: GESINK! Hij keek even op. Zo'n aanmoediging is natuurlijk veel beter dan een plens water in zijn gezicht. Thuisgekomen zagen we de finale, waarin Gesink een hoofdrol had natuurlijk, samen met Menchov. We werden nog getracteerd op een lachwekkend surplace steekspel tussen Schleck en Contador. En zagen Riblon winnen. Wie? Riblon, die naam vergeet ik nooit meer. Rechts op de foto Riblon, links naast hem Vaugrenard en geheel buiten Zabriskie. Achter Riblon rijdt Thomas van Sky.